Wie is Anton de Kom?

Cornelis Gerhard Anton de Kom

Binnen 20 jaar voerde de kolonie voor meer dan 23 millioen gulden aan goud uit.”

Cornelis Gerhard Anton de Kom werd geboren in Paramaribo op 22 februari 1898. Hij was het tweede kind van Adolf Damon de Kom en Judith Jacoba Dulder. Nadat hij het mulo had afgerond, behaalde hij zijn diploma boekhouden en ging in dienst bij de Balata Compagnie als assistent-boekhouder. Hier werd hij geconfronteerd met de uitbuiting van de arbeiders, de balatableeders.

In 1920 vertrok De Kom naar Nederland. Hij werkte in het Nederlandse leger en had verschillende baantjes als kantoorboekhouder bij koffie- en tabaksbedrijven.

In 1926 trouwde hij met de Nederlandse Nellie Borsboom. Zij kregen vier kinderen. Anton De Kom sloot zich in Nederland aan bij links-radicale politieke groeperingen. Hij geloofde dat Suriname klaar was voor onafhankelijkheid en schreef verschillende artikelen in communistische tijdschriften. Hij sympathiseerde met de African Blood Brotherhood van de Jamaicaan Marcus Garvey. In 1931 kreeg hij om zijn communistische denkbeelden ontslag van de firma waar hij toen werkzaam was.

In 1932 ging Anton de Kom met zijn gezin terug naar Suriname. In Suriname opende De Kom een adviesbureau om arbeiders bij te staan. Mensen van verschillende etnische achtergronden kwamen naar zijn kantoor. De koloniale autoriteiten in Suriname verdachten hem van een revolutiepoging en zetten hem gevangen. Een grote menigte protesteerde hiertegen op het Gouvernementsplein (later Oranjeplein en tegenwoordig het Onafhankelijkheidsplein). Deze dag ging de geschiedenis als ‘Zwarte Dinsdag’ in. Twee politieagenten werden gedood en er vielen 22 gewonden. De Kom werd verbannen naar Nederland.

De Kom schreef het boek Wij Slaven van Suriname. Met hulp van de Communistische Partij Holland (CPH) werd zijn boek in 1934 gepubliceerd. De Kom brak in dit boek radicaal met de bestaande geschiedschrijving over Suriname. Hij herschreef die vanuit het perspectief van de onderdrukten. Met Wij Slaven van Suriname wilde hij ‘het zelfrespect van de Surinamers opwekken’ en wilde hij de Surinamer zijn trots terug geven. In dit boek werd voor het eerst de Surinaamse geschiedenis beschreven vanuit het antikoloniaal, radicale gezichtspunt, door een afstammeling van de slaafgemaakten die de gevolgen van de koloniale overheersing onder lijve had ondervonden. In Wij Slaven van Suriname vertelde Anton de Kom hoe het Nederlandse koloniale bewind Suriname en zijn inwoners onderdrukte. Ook vertelde hij hoe verschillende Surinaamse bevolkingsgroepen daartegen in opstand kwamen. Hij richtte zich niet alleen tegen de economische en politieke aspecten van het kolonialisme, maar ook over moed, zelfrespect en vrijheid. In zijn geschiedschrijving combineerde De Kom een weergave van de historische feiten met persoonlijke waardeoordelen. Deze weergave en persoonlijke waardeoordelen kwamen op een felle aanklacht tegen het koloniaal systeem van uitbuiting neer. Hij had het niet alleen over de slaven uit de slaventijd, maar ook over ‘wij’ die na de afschaffing van de slavernij nog steeds als slaven leven. Dit boek is heel bijzonder, omdat De Kom met dit werk het heden koppelt aan het verleden en de beschrijving van de harde historische feiten. Hieronder volgt een citaat uit het hoofdstuk Op jacht naar goud, pagina 180.

Op jacht naar goud zijn de Nederlanders in Suriname gekomen en nog altijd spitsen de Heeren in het gouvernementsgebouw de ooren, wanneer zij het goud bij hun ooren rinkelen hooren. Het was onder Jhr. van Sijpesteyn dat deze verlokkende muziek het eerst werd vernomen en het scheen of de droom van eeuwen waarheid zou worden. Enkele stoutmoedige pioniers hadden bij het doorkruisen der bosschen in een bergachtige streek goudhoudende kreken gevonden en weldra werden duizenden hectaren door de koloniale regeering als claims uitgegeven. Inderdaad scheen het of de hoogste verwachtingen vervuld zouden worden, het was geen zeldzaamheid dat klompen goud van 7½ kg gewicht werden gevonden en binnen 20 jaar voerde de kolonie voor meer dan 23 millioen gulden aan goud uit.”

(https://www.dbnl.org/tekst/_oso001201001_01/_oso001201001_01_0003.php )

Over het gehele werk

landen

over Suriname



Over dit hoofdstuk/artikel

titels

over Wij slaven van Suriname



auteurs

Hans Ramsoedh

Peter Sanches

   

Vanwege de economische crisis en zijn imago kon De Kom niet meer aan werk komen in Nederland, maar hij bleef schrijven. Hij leverde artikelen aan de Haagse illegale communistische krant De Vonk en een blad van de Internationale Socialistische Beweging. Anton de Kom heeft nog meer geschreven. Behalve artikelen schrijven, had hij ook gedichten en de historische roman Ons bloed is rood, de roman Om een hap rijst, het kinderboek Ba Anangsieh, verhaaltjes van de spin uit Suriname en het filmscript Tjiboe geschreven. De boeken die Anton De Kom schreef, werden pas na zijn dood gepubliceerd. (1)

Wij Slaven van Suriname kent een turbulente geschiedenis. De Kom verzamelde al vanaf 1926 materiaal voor dit boek. De publicatie werd vanaf het begin nauwkeurig gevolgd door de Nederlandse Centrale Inlichtingen Dienst (CID). Men beschouwde De Kom als een communist. Toen het boek in 1934 bij uitgeverij Contact uitkwam schreef de uitgever in het voorwoord: ‘In verband met de opmerkzaamheid van zekere zijde voor dit boek betoond, achtten de uitgevers het noodzakelijk, ten einde de ongestoorde verspreiding van het boek te verzekeren om na overleg met de schrijver enkele wijzigingen in den tekst aan te passen, waardoor de waarde van het boek niet werd aangetast’. De gepubliceerde tekst van 1934 is onder druk van de CID op verschillende plaatsen verminkt. Uit een vergelijking van de tekst van het uiteindelijke boek met enkele voorpublicaties blijkt dat er teksten zijn verwijderd of vervangen door minder ‘aanstootgevende’ taal en dat er in de tekst elk woord over de onafhankelijkheid van Suriname is verwijderd. Men heeft nooit kunnen achterhalen hoeveel verwijderd is onder druk van de CID, omdat het oorspronkelijke manuscript in de oorlog verloren is gegaan. De eerste druk was na de Tweede Wereldoorlog niet meer beschikbaar. In de jaren zestig ontdekte een Surinaamse studente, Rubia Zschüschen, het boek in de bibliotheek van de Leidse universiteit. Strijden ga ik – Anton de Kom en de Surinaamse Studenten Unie - Museum De Lakenhal. Een groep studenten typte het boek over en maakten stencils om het te verspreiden.

In 1971 verscheen de tweede druk, met aantekeningen. Een 3e druk kwam uit in 1972. De 10e druk uit 2003 had een voorwoord van John Jansen van Galen en een extra voorwoord van Mildred Caprino. Het werd uitgebracht door RVU in samenwerking met Uitgeverij Contact (ISBN 90-254-9605-9). In 2020 verscheen de 16e druk, met inleidingen van Tessa LeuwshaDuco van Oostrum en Mitchell Esajas. Deze druk werd uitgegeven door Atlas Contact (ISBN 978-90-450-4109-4). Een editie voor het onderwijs kwam uit in 2022 in de reeks Tekst in context, bezorgd door Henna Goudzand Nahar en Michiel van Kempen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Nederland bezet door de Duitsers. De Kom sloot zich aan bij het verzet hiertegen. De Duitsers arresteerden hem op 7 augustus 1944. Hij overleed in Duitsland in het concentratiekamp Kamp Sandbostel op 24 april 1945. Sinds 1960 is hij herbegraven op de Nederlandse erebegraafplaats in Loenen.

In Suriname is de universiteit naar hem genoemd, de Anton de Komuniversiteit. Bij de ingang staat een standbeeld van hem en voor het gebouw van Maatschappijwetenschappen rust zijn bronzen kop op een sokkel. Ook is de straat waar hij werd geboren, de Pontewerfstraat, naar hem hernoemd: Anton de Komstraat.

Op 3 februari 2021 is door de Nederlandse overheid toezegging gedaan om Anton de Kom in ere te herstellen. Op 19 juni 2023 ontving de Nederlandse minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken zijn nabestaanden en bood hen namens het Kabinet excuses aan voor de wijze waarop de Nederlandse Staat omging met Anton de Kom. Daarnaast kondigde hij aan dat er aan de Vrije Universiteit van Amsterdam een leerstoel komt die de naam van De Kom zal dragen. Er zijn ook standbeelden van De Kom in Nederland. Hij werd geëerd met een gedenksteen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam

De Kom was heel lang een held voor Surinamers en Nederlanders met een Surinaamse achtergrond, maar hij was niet bekend bij het grote Nederlandse publiek. Hij is nu al twee jaar dat hij is opgenomen in de Canon van Nederland en hoort bij de mensen en de feiten die je als Nederlander hoort te kennen. In het Nederlands Openluchtmuseum, waar de Canon permanent in beeld wordt gebracht, liep er tot in 2023 ook een extra tentoonstelling over hem. (2)

In het boek Wij Slaven van Suriname vertelt Anton de Kom hoe het Nederlandse koloniale bewind het land en zijn inwoners onderdrukte, en hoe verschillende Surinaamse bevolkingsgroepen daartegen in opstand kwamen. Als we nu naar de huidige situatie in Suriname kijken, dan zien we dat nog steeds veel mensen hard moeten werken om nog net te kunnen overleven. Twee groepen die duidelijk in Suriname zichtbaar zijn, zijn de rijken en de armen. Het zijn de armen die met hun arbeid en inzet – waarvoor zij een karig salaris krijgen - zorgen voor de rijken.

Geschreven door:
Marina Kuisch

 

pro-mbooks1 : surinameportaal