Eric Kastelein: “Waar ik het liefste over schrijf? Over Suriname
Eric Kastelein: “Waar ik het liefste over schrijf? Over Suriname. PUNT. Dit prachtige land is mijn grote inspirator, mijn muze.”
Wie is Eric Kastelein?
Mijn naam Eric Kastelein. Ik ben in 1954 geboren in Utrecht (Nederland), maar opgegroeid in Den Haag. Sinds 2015 ben ik met pensioen. Voor die tijd heb ik altijd als commercieel manager in het bedrijfsleven gewerkt. Heel leuke en enerverende functies gehad bij KPN, de grootste telecomprovider in Nederland. Ook veel voor het werk in het buitenland gezeten: Italië, Zweden, Engeland, Amerika. Ik kijk daar met tevredenheid op terug.
Het schrijven is voor mij begonnen met lezen. Ik heb mijn hele leven veel gelezen. Eerst haalde ik ze uit bibliotheken, maar later ben ik boeken gaan kopen en verzamelen. Hoewel ik graag romans lees, gaat mijn voorkeur uit naar non-fictie. Op zoek gaan naar onbekende werelden, dat is zo fraai en spannend. Dat wil ik ook. Daarom ben ik gaan schrijven.
Na mijn eerste bezoek aan Suriname in 2010 ben ik met schrijven begonnen. Ik was er drie weken, maar in de geest ben ik nooit meer weggegaan. De gezamenlijke geschiedenis van Suriname en Nederland, de prachtige historische binnenstad, het gemak van de taal, de fonkelende natuur van het tropisch regenwoud waren mijn boezemvrienden geworden en die laat je niet in de steek. In de jaren erna, ik werkte toen nog, begon ik met onderzoek in archieven naar Hindostaanse contractarbeiders. De resultaten legde ik vast in documenten.
Waar ik het liefste over schrijf? Over Suriname. PUNT. Dit prachtige land is mijn grote inspirator, mijn muze. Ik ben veel gaan lezen over Suriname en ontdekte dat er weinig was gepubliceerd over het herinneringserfgoed. Dat erfgoed gaat over bijzondere mensen en gebeurtenissen die in de loop van de tijd een gedenkteken hebben gekregen. De verhalen daarachter, die tori’s, zijn aan het verdwijnen. Onbeschreven terrein dus, dat ‘schreeuwde’ om te worden vastgelegd.
In mijn boek Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed staan 118 verhalen over bijzondere mensen of bijzondere gebeurtenissen die de afgelopen 250 jaar een gedenkteken hebben gekregen in Paramaribo. Het kan zijn een standbeeld, een borstbeeld, een plaquette, een gebouw, een straat. Kortom alles dat op initiatief van een groep mensen is geplaatst en onthuld om te herinneren. Die verhalen erachter zijn aan het verdwijnen. Wie kent Lodewijk Stumpf, Johannes Helstone, Luchmon Sing, Eilerts de Haan, professor Paul Flu? Ik noem er maar een paar. Wat hebben zij betekend voor Suriname? Precies, (bijna) niemand weet dat meer. Zelfs de locaties van de monumenten zijn vaak onbekend.
Ik heb de foto’s die in het boek staan zelf gemaakt en geloof me, voordat ik wist waar ik moest zijn, bijvoorbeeld in de Centrum Kerk van de Hervormde Gemeente of in het gebouw van Buiten-sociëteit Het Park aan de Grote Combé, was ik vele uren onderzoek kwijt. Maar goed, het boeiende van dit tastbare en zichtbare erfgoed is dat wandelen door de stad, wandelen door de geschiedenis in hink-stap-sprongen is, van 1760 naar 1923 naar 1898 naar 1832 naar 1963 en meer. Een caleidoscopische ervaring.
Het liefst schrijf ik thuis, op mijn werkkamer en in absolute stilte, zonder muziek. Ik ben dan omringd door mijn ruim 300 boeken over Suriname en kan die snel raadplegen. Natuurlijk ga ik ook naar bibliotheken en archieven. Ik vraag dan de gevonden literatuur op en maak daar een samenvatting van. Die documenten archiveer ik in fysieke dossiers. Voor mijn boek waren dat er uiteindelijk 118.
Als een dossier compleet is, ga ik schrijven. Laten we zeggen dat ik het dossier van Johannes Helstone klaar heb. Helstone was rond 1900 een wereldberoemde Surinaamse componist. Het schrijven begint dan met het ordenen van de informatie en het zoeken naar een structuur van het verhaal. Als dat gereed is begint de creatie met woorden. Ik schrijf en schrap, schrijf en schrap. Soms kom ik tot acht, negen versies voor een verhaal van ongeveer 1200 woorden. Het schrijven van de 118 verhalen kostte me een kleine twee jaar. Als ik het onderzoek, de vijf reizen naar Suriname en het maken van de foto’s meeneem, ben ik ruim vier jaar bezig geweest met het boek.
Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed is in Nederland verkrijgbaar bij de boekwinkel, in Suriname bij VACO. Het is mijn eerste boek. Gezien het grote succes denk ik niet dat het mijn laatste is. Dit jaar (2023) is er een tweede druk uitgekomen. Ik werk aan deel 2, over het herinneringserfgoed buiten Paramaribo.
De leeftijdscategorie waar mijn boek geschikt voor is? Ik hoor van veel lezers dat de kracht zit in de afzonderlijke verhalen. Je kan zelf bepalen welke geschiedenis je eerst wil lezen. Je zit niet ‘vast’ aan een dikke pil van bijna 400 bladzijden. Hierdoor en door de vlotte stijl van schrijven is het boek geschikt voor lezers vanaf ongeveer 15 jaar. Ik geef ook lezingen op middelbare scholen en de leerlingen zijn allemaal enthousiast.
Interview afgenomen door:
Letitia Tjen-a-tak
Augustus 2023