Wie is Heinrich Heyde?
In het boek De knuppel in het doksenhok van Michiel van Kempen staat op bladzijde 8: “En wat Heyde betrof: die had door het innemen van bepaalde medicijnen last van zijn maag gekregen. Men moet zijn zaakjes kennen.” Over welke Heyde had van Kempen het precies en waarom die opmerking dat hij zijn zaakjes moet kennen?
Heinrich Heyde werd in 1921 geboren in Paramaribo. Hij overleed in 1993. Zijn grootvader, Heinrich Bernard Heyde, was als zendeling naar Suriname gekomen. Deze begon in 1883 met een drukkerij met de naam H. B. Heyde Drukkerij. De grootvader praktiseerde homeopathie en stond bekend als goed georïenteerd op dat gebied.
De vader van Heinrich Heyde was N. M. A. Heyde. De Heydes waren geïnteresseerd in medicinale planten. Heinrich wilde zich specialiseren in de plantengeneeskunde van het Surinaamse binnenland. Hij maakte hiertoe talloze tochten naar het binnenland. Dat deed hij op eigen initiatief en kosten. Vanaf 1939 maakte hij vergelijkende studies en bijbehorende observaties van Surinaamse medicinale planten, waarvan de uitwerking reeds wetenschappelijk vanuit het binnen- en buitenland waren vastgesteld.
Hij leverde al jong prozabijdragen aan Spectrum; een letterkundig tijdschrift voor intellectuele jongeren dat verscheen van februari 1944 tot en met januari 1950. Hij schreef verhalen over het leven in de natuur in Suriname. In die tijd verscheen Matoe (1947). Andere verhalen werden later gebundeld zoals Brokstukken uit de Surinaamse dierenwereld (1978), Surinaamse dieren A.B.C. (1978) en Surinaamse vissen (1986).
Nadat de schrijver voldoende ervaring had opgedaan in het oerwoud van Suriname, werkte hij nog bij het Landbouw Proefstation (Entomologie) en de Dienst Visserij (Onderzoek zoetwatervissen in het binnenland van Suriname). Bovendien diende Heinrich Heyde van 1980 tot en met 1981 als stafambtenaar bij de Sectie Volksmedicijn van het toenmalige Ministerie van Cultuur (thans Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur). Daar kon hij zich verder verdiepen in de documentatie en het veldwerk.
Op basis van zijn opgedane kennis publiceerde hij: Surinaamse Volksmedicijn (1972), Oso Dresi (1988), Medicijnplanten in Suriname – Den dresi wiwiri foe Sranan (1e druk1985, 2e druk 1987, 3e druk 1990). Verder verschenen tussen 1980 en 1987 op geregelde basis artikelen van zijn hand over Surinaamse medicijnplanten in het ochtendblad de Ware Tijd. Heinrich Heyde werd voor zijn verdiensten benoemd tot Ridder in de Ere Orde van de Gele Ster.
Artikel geschreven door:
Gail Burleson