Wie is Hilli Arduin?
“Op school kreeg ik altijd achten of negens voor mijn opstellen.”
Hilli Arduin is geboren in Paramaribo, op 27 juni 1950, maar ze bracht haar jeugd door op Curaçao. Om verder te studeren verhuisde ze op 21-jarige leeftijd naar Nederland. In Nederland studeerde ze af in maar liefst 5 HBO- en 2 doctoraalstudies. Van beroep is Hilli Arduin klinisch orthopedagoog en psycholoog.
Tegenwoordig is ze vrijwillig als pedagoog en orthopedagoog verbonden aan Rumas. Dat is een Surinaamse stichting voor begeleiding van jongens tussen 12 en 24 jaar oud die achterblijven in hun ontwikkeling of zich onacceptabel gedragen. Rumas richt zich op de verdere ontwikkeling binnen de maatschappij door trainingen en scholing in motivatie, gedrag en sociale vaardigheden. De bedoeling is dat de jongens hierdoor toekomstperspectief krijgen.
Hilli Arduin kent drie culturen te weten: de Surinaamse, Nederlandse en Antilliaanse cultuur. De drie culturen hebben haar geholpen om kinderen en collega’s in de verschillende landen beter te begrijpen.
Schrijven is haar hobby. De inspiratie om te schrijven komt doordat ze op school altijd achten of negens kreeg voor haar opstellen. Ze heeft een aantal boeken gepubliceerd, waaronder: De donkere tranen van zijn moeder, Ik neem je mee, Prinses Ivana, het prinsesje dat haar haren niet wilde kammen, Kindergedichtenbundel.
Het boek De donkere tranen van zijn moeder gaat over haar oudste zoon, die op 21-jarige leeftijd aan sarcoïdose overleed. Dit is een zeldzame ziekte van het afweersysteem die allerlei ontstekingen veroorzaakt. De artsen hadden haar zoon na de diagnose nog anderhalf jaar gegeven, maar met de wil van God is het 7 jaren geworden. Ze vond haar zoon een sterke jonge man, omdat hij met veel pijn door het leven ging. Het boek is een ode aan hem. Hilli schrijft ook over de impact die dat op haar als moeder had.
In het kinderboek Ik neem je mee wordt de trans-Atlantische slavernij belicht. Van het oppakken in Afrika, via de boottocht en het leven als slaaf en Marron in Suriname naar de dag van de afschaffing van de slavernij in 1863. De hoofdpersonen zijn Akesi, Aboikoni, Selina en de vrienden Boni en Rogier. Hun verhalen worden steeds ingeleid met een gedicht. Het hoofdstuk Aboikoni, de vlucht gaat over een jongen die werd geboren op een plantage, waar hij woonde met zijn moeder en zusjes. Zijn vader werd verkocht aan een andere plantagemeester. Hij vluchtte op zijn zestiende. In het oerwoud werd hij achternagezeten door soldaten en jachthonden. Hij moest een rivier vol piranha’s oversteken om te ontsnappen. Dat deed hij liever, dan terug te gaan naar de plantage. In het oerwoud kwam hij in contact met de vrije Marrons. Het boek is door Stichting Projekten Christelijk Onderwijs Suriname uitgeroepen tot Het Beloofde Boek 2013 en werd uitgegeven in het kader van 150 jaar afschaffing van de slavernij in Suriname.
Citaat uit Ik neem je mee, pagina 18.
“Langzaam maakt Aboikoni zijn ogen open. Hij ziet twee mannen en een vrouw. Een van de mannen zegt: ‘Je hebt het gehaald jongen. Je bent nu veilig. Je mag bij ons, bij de Marrons in het oerwoud wonen; ‘Je bent vrij, je bent geen slaaf meer.’ ‘Je bent nu een vrij mens.’”
Hilli Arduin is ook vertelkunstenares en heeft over de hele wereld verhalen verteld, waaronder Zuid-Amerika, Amerika, Canada, Suriname, Nederland en België. Hilli Arduin geeft als boodschap mee dat studeren goed is en dat elk kind het moet doen. Maar, in alles wat je doet moet je de kracht uit jezelf halen. Je moet gemotiveerd, eerlijk en vol plichtsbesef je werk doen. Verder is haar visie dat je plezier in het leven moet hebben en het beste daaruit moet halen. Meer informatie over Hilli kan je vinden op DBNL (1, 2).
Geschreven door:
Maraya Lewis